Breng in een pan 2 eetlepels azijn met de witte wijn, de peperkorrels en de laurierblaadjes aan de kook.

Zachtjes 5 minuten laten koken.

In een andere pan de boter langzaam laten smelten en niet laten koken of bakken.

Zeef het mengsel met witte wijn boven een kom die op een pan past.

Splits 4 eieren in eidooier en eiwit. Het eiwit heb je verder niet nodig, de dooiers mogen bij de witte wijn. Alles los kloppen.

Breng in de pan waar de kom op past een laag water aan de kook, en hang de kom met de eidooiers en witte wijn in of op de pan, zonder dat de kom het kokende water raakt.

Blijf de inhoud van de kom kloppen totdat de gladde massa wat dikker wordt.

Al kloppende beetje bij beetje de zachte boter toevoegen, totdat de saus dik wordt.

Plaats de kom nu voor een paar seconden in een laagje koud water, zodat het koken gestopt wordt. Eventueel kun je de saus nu met wat peper en zout op smaak brengen.

In een pan een laag van ongeveer 6 centimeter water aan de kook brengen waaraan je 2 eetlepels azijn toevoegt. Vuur verlagen zodat het water nog net kookt.

Breek vier eieren in de pan met kokend water, en laat de inhoud voorzichtig in het water glijden.

Pocheer de eieren in 5 tot 7 minuten, afhankelijk van hoe hard je de dooier wilt hebben.

Snij de korsten van de witte boterhammen, en rooster de boterhammen.

Leg de boterhammen op vier borden.

Schep de gepocheerde eieren uit de pan en laat ze even op keukenpapier uitlekken. Leg de eieren nu op de boterhammen en verdeel de hollandaisesaus over de eieren.